Dwangarbeiders van de weg

Albert Londres begon naam en faam te krijgen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zijn rake oorlogsverslagen beroerden heel Frankrijk. Niet alleen in Frankrijk, maar reislustig als hij was trok hij tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Zuid-Oost Europa om daar verslag uit te brengen van wat er zich op het front afspeelde. Na de ‘Groote Oorlog’ trok hij naar Rusland, India, China en Japan. Gebieden die tot dan nauwelijks aan bod kwamen in de journalistieke berichtgeving. Eigenlijk op dat vlak nog niet veel veranderd dus.

Londres maakte verslag van allerlei mensonterende omstandigheden in verre buitenlanden waarvan hier in Europa nauwelijks of niets geweten was. Een Tour de France past dan perfect in het rijtje. Van een marteling gesproken. Voor Londres was de Tour niet zozeer verschillend met de oorlogssituaties of de wantoestanden in strafkoloniën die hij aankaartte in Frans-Guyana.

Albert Londres, de man waarop het stripfiguur Kuifje voor een groot deel is gebaseerd, heeft dus ook over de Tour geschreven. Kuifje in Rusland, Kuifje in Tibet dat wel. Maar Kuifje in de Tour de France heeft Hergé nooit gemaakt. Een hiaat in de Kuifjereeks. Het stripweekblad Kuifje daarentegen wijdde wel wat nummers aan de Tour en aan iconen uit de wielersport.

Londres tekende verhalen op voor Le Parisien. Anno 1924 nog geen televisie, dus moest er quasi uitsluitend beroep gedaan worden op de krant om iets mee te krijgen van de Tour de France. De meest beroemde passage is ongetwijfeld zijn interview met de gebroeders Pélissier, de Franse vedetten van die tijd. Henri Pélissier had in 1923 op majestueuze wijze de Tour gewonnen. Renners werden voor de wedstrijd gecontroleerd hoeveel truien ze droegen. In het reglement stond immers dat renners evenveel truien bij aankomst moesten dragen als bij de start. Tot woede van de Pélissiers. Meer nog, ondenkbaar in deze tijden, de gebroeders Pélissier haalden voor de ogen van Londres hun hele pillenwinkel boven die ze moesten slikken om de ontberingen van de Tour te doorstaan.

Wielrenners zijn niet meer dan slaven, slachtoffers van Tourbazen die spektakel willen zien. De Tour is één doffe ellende. Het onmenselijke lijden van de renners wordt in Dwangarbeiders van de weg met woorden in beeld gebracht. Veelzeggend dat dit werd opgetekend door een schrijver die zijn strepen heeft verdiend als oorlogsverslaggever.

Matthias Vangenechten

Leave a comment